Over de behandeling
Er zijn verschillende manieren om een hersenaneurysma te behandelen. Het doel van alle behandelingen is om het ontstaan van een bloeding te voorkomen.-
Een hersenaneurysma dat niet heeft gebloed, hoeft niet altijd behandeld te worden. Je behandelend arts bepaalt samen met jou of het aneurysma wordt behandeld.
lees meer -
De arts maakt een luikje in je schedeldak, om bij het aneurysma te kunnen. Hij of zij zet een klemmetje (clip) op de hals/nek van het aneurysma.
lees meer
Operatieve behandeling
De arts maakt een luikje in je schedeldak om bij het aneurysma te kunnen. De arts zet een klemmetje (clip) op de hals/nek van het aneurysma zodat er geen bloed meer naar de uitstulping gaat. Het plaatsen van dat klemmetje noemen we ‘clipping’.
-
Via het slangetje in de liesslagader of polsslagader brengt de arts een katheter naar het aneurysma waar hij of zij het aneurysma opvult met metalen draadjes (‘coils’).
lees meer
Behandeling via de slagader
Via het slangetje in de liesslagader of polsslagader brengt de arts een katheter naar het aneurysma waar hij of zij het aneurysma opvult met metalen draadjes (‘coils’). Deze krijgt dan geen bloed meer en is afgesloten van de bloedstroom.
Soms wordt een stent geplaatst voor het aneurysma. Dat is een soort kokertje van gaas. Het kokertje wordt via de katheter op de juiste plaats geschoven waarna het aneurysma kan worden gecoiled zoals hierboven beschreven.
Het gebruik van een stent maakt de behandeling van moeilijk behandelbare aneurysma’s mogelijk en veiliger.
Er is veel onderzoek en ontwikkeling op het gebied van stents. Er worden verschillende stents gebruikt, de arts informeert je hierover.
Veruit de meeste hersenaneurysma’s worden via de slagader behandeld. Een voordeel hiervan is dat je geen open operatie nodig hebt. Een nadeel is dat we het aneurysma soms niet in één keer en definitief met coils kunnen afsluiten. Je hebt dan regelmatig controlefoto's en soms meerdere behandelingen nodig.
Je behandelend arts bespreekt met je welke behandeling voor jou het beste is en komt samen met jou tot een behandelplan.
Behandeling via slagader
Voorbereiding
Van de behandelend arts krijg je uitleg over de procedure, risico’s, voorzorgsmaatregelen en eventuele instructies bij de geplande behandeling. lees meerVoorbereiding
Van de behandelend arts krijg je uitleg over de procedure, risico’s, voorzorgsmaatregelen en eventuele instructies bij de geplande behandeling.Je wordt opgeroepen voor een poliklinisch bezoek bij de anesthesist (arts die de narcose toedient). Hij of zij beoordeelt de risico’s van het toedienen van de anesthesie bij de algehele gezondheid. Soms is hier overleg met andere specialisten voor nodig. De anesthesist geeft instructies voor het gebruik van eventuele eigen medicatie. Je bespreekt ook met de anesthesist wanneer je niet meer mag eten en drinken (nuchter zijn).
In verschillende behandelcentra is de voorbereiding op een operatie op verschillende wijze georganiseerd. Vaak wordt een opnamegesprek en neurologisch onderzoek gedaan bij opname of tijdens een afspraak voorafgaand aan de opname. Mogelijk moet er nog bloed worden geprikt voor de operatie.
Op de verpleegafdeling word je opgevangen door een verpleegkundige. Hij of zij wijst je de weg op de verpleegafdeling en je krijgt een bed. Voor de operatie word je nog gezien door een arts van de afdeling waarbij je eventuele bijzonderheden kunt doorgeven.
Na de behandeling
Na de behandeling verblijf je een aantal uren op de verkoeverkamer. De verpleegkundige controleert zeer regelmatig je bewustzijn, bloeddruk, pupilreflexen en de wond. lees meerNa de behandeling
Na de behandeling verblijf je een aantal uren op de verkoeverkamer. De verpleegkundige controleert zeer regelmatig je bewustzijn, bloeddruk, pupilreflexen en de insteekopening van de lies. Je bent verbonden aan bewakingsapparatuur, infusen en je hebt een blaaskatheter. Op de insteekopening zit een pleister. Als er geen problemen zijn, ga je naar de verpleegafdeling. Ook daar word je regelmatig gecontroleerd.Bedrust
De behandeling via de slagader wordt in de behandelcentra op verschillende manieren gedaan.Als de behandeling via de lies heeft plaats gevonden moet je plat op bed liggen. Je mag het been aan de zijde van de lies die voor de behandeling is gebruikt niet buigen. Als je bloedverdunners gebruikt, krijg je meestal een extra drukverband. Dit verband blijft enkele uren zitten en voorkomt dat je een grote blauwe plek krijgt. De verpleegkundige vertelt je wanneer je uit bed mag.
Meestal wordt de insteekopening van de slagader gesloten met een Angio-SealTM. Dit is een soort plugje. In sommige gevallen is dit niet mogelijk. In dat geval wordt na het verwijderen van de katheter de lies 15 á 20 minuten dichtgedrukt. Je krijgt daarna een drukverband in de lies. De Angio-SealTM lost in de loop van 3 maanden op.
Als de behandeling via de polsslagader heeft plaatsgevonden krijg je een bandje om de pols die de insteekopening dichtdrukt. Dit moet enige uren blijven zitten. Je mag de arm de rest van de dag niet gebruiken. De verpleegkundige vertelt wanneer je weer uit bed mag en wanneer je de arm weer mag belasten.
Wat heb je nodig tijdens de opname?
Naast je dagelijkse toiletartikelen, is het prettig om makkelijk zittende kleding en ondergoed mee te nemen aangezien de lies of pols na de behandeling gevoelig kan zijn.Het ziekenhuis levert je medicatie. Het is prettig als je je eigen medicatie in doosjes meeneemt, mochten er problemen zijn met de levering.
Je kunt op eigen risico jouw waardevolle bezittingen in het nachtkastje met codeslot achterlaten.
Naar huis
Als je bent hersteld van de narcose en de behandeling mag je de dag na de behandeling naar huis. Je ontvangt een controleafspraak bij je behandelend arts 6 weken na de behandeling. De zaalarts bespreekt voor ontslag de vervolgafspraken met je.Je mag 24 uur na de operatie weer douchen.
Als je na ontslag nieuwe medicijnen moet slikken, ontvang je een recept. Je kunt met dit recept bij elke apotheek terecht.
Problemen na ontslag
Heb je in de week na de behandeling last van onderstaande symptomen, neem dan contact op met je huisarts of de afdeling van je behandelcentrum. lees meerProblemen na ontslag
Heb je in de week na de behandeling last van onderstaande symptomen, neem dan contact op met je huisarts of de afdeling van je behandelcentrum.- je voelt je suffer worden
- je bent misselijk en moet braken
- je hebt uitvalsverschijnselen zoals bemoeilijkte spraak of verminderde kracht
- de insteekopening zwelt
- de insteekopening wordt rood en de pijn neemt toe
Operatieve behandeling
Voorbereiding
Van de behandelend arts krijg je uitleg over de procedure, risico’s, voorzorgsmaatregelen en eventuele instructies bij de geplande behandeling. lees meerVoorbereiding
Van de behandelend arts krijg je uitleg over de procedure, risico’s, voorzorgsmaatregelen en eventuele instructies bij de geplande behandeling.Je wordt opgeroepen voor een poliklinisch bezoek bij de anesthesist (arts die de narcose toedient). Hij of zij beoordeelt de risico’s van het toedienen van de anesthesie bij de algehele gezondheid. Soms is hier overleg met andere specialisten voor nodig. De anesthesist geeft instructies voor het gebruik van eventuele eigen medicatie. Je bespreekt ook met de anesthesist wanneer je niet meer mag eten en drinken (nuchter zijn).
In verschillende behandelcentra is de voorbereiding op een operatie op verschillende wijze georganiseerd. Vaak wordt een opnamegesprek en neurologisch onderzoek gedaan bij opname of tijdens een afspraak voorafgaand aan de opname. Mogelijk moet er nog bloed worden geprikt voor de operatie.
Op de verpleegafdeling word je opgevangen door een verpleegkundige. Hij of zij wijst je de weg op de verpleegafdeling en je krijgt een bed. Voor de operatie word je nog gezien door een arts van de afdeling waarbij je eventuele bijzonderheden kunt doorgeven.
Na de behandeling
Na de behandeling verblijf je enkele uren op de uitslaapkamer. Als je situatie stabiel is, ga je terug naar je kamer op de verpleegafdeling. lees meerNa de behandeling
Na de behandeling verblijf je enkele uren op de uitslaapkamer. Als je situatie stabiel is, ga je terug naar je kamer op de verpleegafdeling. De verpleegkundige controleert zeer regelmatig je bewustzijn, bloeddruk, pupilreflexen en de wond. Je bent verbonden aan bewakingsapparatuur, infusen en je hebt een blaaskatheter. Op de wond zit een pleister.Wat heb je nodig tijdens de opname?
Naast je dagelijkse toiletartikelen, is het prettig om makkelijk zittende kleding mee te nemen.Het ziekenhuis levert je medicatie. Het is prettig als je je eigen medicatie in doosjes meeneemt, mochten er problemen zijn met de levering.
Je kunt op eigen risico je waardevolle bezittingen in je nachtkastje met codeslot achterlaten.
Naar huis
Als je bent hersteld van de operatie, dan mag je naar huis. Dit is vaak 2 a 3 dagen na de operatie, afhankelijk van hoe je je voelt. 6 weken na de behandeling ontvang je een controleafspraak bij je behandelend arts. De zaalarts bespreekt voor ontslag de vervolgafspraken met je.- Je mag 24 uur na de operatie weer douchen.
- Als je na ontslag nieuwe medicijnen moet slikken, ontvang je een recept. Je kunt met dit recept terecht bij iedere apotheek.
- Heb je hechtingen die niet vanzelf oplossen? Je huisarts kan deze na 8 dagen verwijderen. Je krijgt hierover informatie bij ontslag.
Problemen na ontslag
Heb je in de week na de behandeling last van onderstaande symptomen, neem dan contact op met je huisarts of de afdeling van je behandelcentrum. lees meerProblemen na ontslag
Heb je in de week na de behandeling last van onderstaande symptomen, neem dan contact op met je huisarts of de afdeling van je behandelcentrum.- je voelt je suffer worden
- je bent misselijk en moet braken
- je hebt uitvalsverschijnselen zoals bemoeilijkte spraak of verminderde kracht
- de wond zwelt
- de wond wordt rood en de pijn neemt toe
- er komt bloed, vocht of pus uit de insteekopening van de wond
- je hebt geen gevoel in je been en/of je been doet pijn
- je hebt koorts
- je hebt erger wordende hoofdpijn