Diverse gevolgen
Fysieke (zichtbare) gevolgen van een beroerte
Een beroerte kan ernstige en minder ernstige gevolgen hebben. Welke beperkingen dit zijn is afhankelijk van het deel en de hoeveelheid van de hersenen dat beschadigd is. lees meerFysieke (zichtbare) gevolgen van een beroerte
Een beroerte kan ernstige en minder ernstige gevolgen hebben. Welke beperkingen dit zijn is afhankelijk van het deel en de hoeveelheid van de hersenen dat beschadigd is. Hierdoor kan iemand lichamelijke (zichtbare) problemen ervaren bij:
-
Bij een zeer ernstige beroerte kan iemand het bewustzijn verliezen en in coma raken. Vlak na het ontstaan van het de beroerte kunnen er ook schommelingen in het bewustzijn voor komen. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van het moment van de dag, de vermoeidheid, de activiteiten die er net daarvoor hebben plaatsgevonden en van de druk in de hersenen.
-
Bij veel patiënten treedt als gevolg van een beroerte een halfzijdige verlamming op. Naast het niet of moeilijker kunnen bewegen van een arm en/of been zijn ook de spieren van de romp aangetast. Dit kan tot gevolg hebben dat iemand moeilijk kan blijven zitten of staan zonder om te vallen. Ook lopen en bewegen wordt door de verlamming moeilijker. Vlak na een beroerte is de verlamming slap, enkele weken na de beroerte ontstaat juist een hoge spierspanning (spasme).
-
Er kunnen problemen ontstaan bij het begrijpen en het uiten, doordat het hersengebied dat de taal verzorgt is aangedaan. Het communiceren kan daardoor zeer moeilijk of onmogelijk zijn. Dit wordt ook wel eens afasie genoemd. De ernst en de omvang van het taalprobleem zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen en je persoonlijkheid. Sommige mensen met een afasie kunnen nog goed taal begrijpen, maar zij hebben moeite met het vinden van de juiste woorden of met het opbouwen van de zinnen. Anderen praten juist veel, maar wat zij zeggen, is voor de gesprekspartner niet of moeilijk te begrijpen.
-
Door problemen met de kracht en coördinatie van de spieren die de stem, ademhaling en spraak aansturen, kunnen mensen soms moeite hebben met spreken. Dit wordt dysartie genoemd. Er bestaan verschillende vormen van dysartrie:
- Spraakproblemen, waarbij het spreektempo te hoog, te laag of wisselend is.
- Klanken worden weggelaten of vervangen en de spraak kan nasaal of monotoon klinken. Het lijkt alsof iemand binnensmonds spreekt.
- Problemen met de stem, waardoor iemand hees of schor klinkt, te hoog, te laag of te hard of te zacht spreekt. De stem kan zelfs even wegvallen.
- Problemen met de ademhaling: iemand kan weinig woorden in één adem uitspreken, oppervlakkig of snel ademen of hoorbaar en/of geperst ademhalen.
-
Slikken is een ingewikkeld samenspel van verschillende spieren in de mond en in de keel. Bij het slikken spelen timing, coördinatie, gevoel in de mond/keel en spierkracht een belangrijke rol. Bij al deze aspecten kunnen problemen ontstaan waardoor je niet meer kunt kauwen of slikken, moeilijker kunt slikken of waardoor je je makkelijk kunt verslikken. Verslikken betekent dat er vloeistof of voedsel in de luchtpijp terechtkomt, in plaats van in de slokdarm. Dit kan een longontsteking veroorzaken. Normaal gesproken wordt dit voorkomen door het ophoesten, maar door een herseninfarct kan het zijn dat je niet of niet goed ophoest.
-
Dit wil zeggen dat een gedeelte van je gezichtsveld aan één kant van je ogen is uitgevallen. Vaak betreft het beide ogen. Er kan ook een stukje van het gezichtsveld voor een kwart uitgevallen zijn, dan is er sprake van een kwadranthemianopsie.
Deze aandoening wordt veroorzaakt door een hersenbeschadiging, dus niet door een beschadiging van de ogen. -
Hierdoor kunnen bewegingen langzamer en ongecoördineerd gaan, waardoor er problemen ontstaan bij het lopen. Deze bewegingen lijken op die van een dronken persoon. Ook kunnen er coördinatieproblemen ontstaan aan de arm of hand.
-
Als er problemen zijn in het gevoel, dan ervaar je dat als een “doof” gevoel of tintelingen in een lichaamsdeel. Of het aanraken van lichaamsdelen voelt anders dan normaal. Ook kan het zijn dat de temperatuur van bijvoorbeeld water of pijn van de huid niet meer (goed) wordt gevoeld. Daarnaast komt het voor dat iemand niet meer goed voelt of zijn been krom of recht staat of niet voelt waar zijn of haar arm of been ligt, wanneer hij of zij er niet naar kijkt.
-
Als gevolg van een beroerte kan urine-incontinentie optreden. Dit betekent dat je geen controle hebt over je blaas. Problemen met het langer ophouden van urine en het optreden van ongewild urineverlies zijn dan het gevolg.
Ook kan het zijn dat je niet meer kunt plassen of niet goed uitplast. Om de blaas leeg te maken, moet je dan regelmatig gekatheteriseerd worden. Dit is het inbrengen van een slangetje in de blaas zodat de blaas kunstmatig geleegd kan worden. Het slangetje wordt weer verwijderd wanneer de blaas leeg is.
Cognitie (niet zichtbare gevolgen) na een beroerte
De lichamelijke beperkingen vallen de meeste mensen in de omgeving vaak direct op. Maar de ‘onzichtbare’ gevolgen zijn vaak minder opvallend en komen vaak ook pas later tot uiting. lees meerCognitie (niet zichtbare gevolgen) na een beroerte
De lichamelijke beperkingen vallen de meeste mensen in de omgeving vaak direct op. Maar de ‘onzichtbare’ gevolgen zijn vaak minder opvallend en komen vaak ook pas later tot uiting.
-
Veel mensen hebben na een beroerte last van (ernstige) vermoeidheid. Dit komt meestal vaak en langdurig voor. Het is niet altijd duidelijk waar deze vermoeidheid vandaan komt. Onderzoekers denken dat de vermoeidheid een direct gevolg is van de beschadiging in de hersenen zelf, maar dat het ook te maken kan hebben met lichamelijke en mentale inspanning. Dingen die vroeger vanzelf gingen, kosten nu enorm veel inspanning en energie. Vermoeidheid heeft invloed op je lichamelijk, emotioneel en mentaal functioneren.
-
Over het algemeen kunnen mensen na beroerte de dingen van vroeger goed herinneren, maar kunnen zij nieuwe informatie niet of moeilijk onthouden. Hierbij kan vermoeidheid en een verminderde aandacht en concentratie een belangrijk rol spelen. Als je hier last van hebt, heeft dit ook een negatieve invloed op je geheugen.
-
Problemen met aandacht en concentratie komen vaak voor na een beroerte en kunnen na verloop van tijd weer minder worden of zelfs verdwijnen. Aandacht- en concentratieproblemen uiten zich op verschillende manieren. Het kan zijn dat iemand zich moeilijk kan concentreren op bijvoorbeeld het volgen van een gesprek, het lezen van een boek of het kijken van een film. Of iemand kan sneller afgeleid zijn door allerlei prikkels in de omgeving, zoals een radio of gesprekken van andere mensen. Vaak is het daardoor lastig om meerdere dingen tegelijk te doen, zoals autorijden en tegelijkertijd een gesprek voeren met de bijrijder of koken en praten.
Veel mensen ervaren dat het denken trager gaat en dat de informatie in de omgeving veel te snel gaat. Het kost na een beroerte veel meer moeite om bijvoorbeeld een gesprek of tv-programma te volgen. Ook activiteiten waarbij veel mensen aanwezig zijn, zoals een verjaardag, worden daardoor door veel mensen als lastig ervaren. Ze hebben het gevoel dat de informatie te snel gaat om nog te kunnen volgen en te verwerken. Dit wordt vertraagde informatieverwerking of een vertraagd denktempo genoemd. Dit kan zich ook uiten in activiteiten waarin snel gehandeld moet worden, zoals in het verkeer, het sporten of bij bepaalde snelle werkzaamheden tijdens het werk.
-
Een aantal mensen zijn na een beroerte niet meer zo flexibel als voorheen. Dit uit zich bijvoorbeeld in het moeilijk kunnen bedenken van een andere oplossing voor een probleem, wanneer ze vastlopen. Of ze hebben moeite met het uitvoeren van een ander plan, als iets niet loopt zoals zij gepland of uitgedacht hadden.
-
Iedereen herkent wel fouten die we soms hebben met het ruimtelijk waarnemen: we schatten bijvoorbeeld de afstand verkeerd in, waardoor we het kopje net naast de tafel plaatsen in plaats van erop. Of we denken dat er nog een trede van de trap komt, terwijl we al beneden staan. Dit soort situaties overkomt een beroerte-patiënt met een beschadiging van de rechter hersenhelft regelmatig. Hij of zij verwart links en rechts of kan de afstand tot een bepaald voorwerp niet goed inschatten. Dit kan gevolgen hebben voor handelingen die een goede ruimtelijke inschatting nodig hebben, zoals het aankleden.
Neglect
Bij neglect hebben mensen moeite met het reageren of oriënteren op informatie in de omgeving. Vaak is er sprake van verminderde aandacht of waarneming aan één bepaalde kant: links of rechts. Het kan gaan om het onbewust 'negeren' van de aangedane zijde. Bijvoorbeeld mensen, objecten of gebeurtenissen die zich links (na beschadigingen in de rechter hersenhelft) of rechts (na beschadigingen in de linker hersenhelft) van de je bevinden.
Niet alleen zicht, maar ook het gehoor of het bewustzijn van je lichaam kan bij neglect verminderd zijn. Neglect wordt niet veroorzaakt door directe problemen met de zintuigen zoals de ogen of door gezichtsvelduitval of door motorische problematiek, maar door een kink in de kabel bij het beschikbaar maken van de zintuiglijke informatie in de hersenen.
Kort na een beroerte komt neglect net zo vaak voor na beschadigingen in de linker als rechter hersenhelft. In de chronische fase komt het vooral voor bij beschadiging in de rechterhersenhelft (met uitvalsymptomen links). -
Als gevolg van een beroerte zijn sommige mensen niet meer in staat om het leven goed te plannen en organiseren. Dit kan gevolgen hebben voor het organiseren van de dag, huishouden en werk. Het gevolg kan zijn dat iemand bijvoorbeeld het overzicht kwijtraakt bij uitvoering van complexe handelingen, zoals het bereiden van een maaltijd. Ook lukt het niet altijd meer om van tevoren te plannen welke spullen nodig zijn voor de activiteit. Dit uit zich bijvoorbeeld door naar de badkamer te gaan zonder de spullen mee te nemen die nodig zijn om te douchen.
Veranderingen in emotie en gedrag
Een deel van de beroerte-patiënten reageert net na de beroerte anders dan voorheen op (emotionele) gebeurtenissen. lees meerVeranderingen in emotie en gedrag
Een deel van de beroerte-patiënten reageert net na de beroerte anders dan voorheen op (emotionele) gebeurtenissen. Ze reageren heftiger omdat ze hun gevoelens minder in de hand hebben en kunnen soms minder prikkels om zich heen verdragen, waardoor ze sneller geïrriteerd zijn.Sommige mensen reageren impulsiever, agressiever of vloeken, terwijl ze dit vroeger nooit gedaan zouden hebben. Anderen zijn juist passiever, initiatieflozer en negatiever dan voorheen. En weer anderen zijn sneller geëmotioneerd en huilen of lachen veel sneller dan normaal. Ook worden sommige mensen na een beroerte ervaren als egoïstischer en meer op zichzelf gericht door hun omgeving. Ze hebben minder aandacht voor hun omgeving of partner. Maar ook het verlies van zelfstandigheid, zelfredzaamheid en het niet voor vol aangezien worden, kunnen frustraties, woede-uitbarstingen en gevoelens van machteloosheid en depressiviteit teweeg brengen. Er wordt ook wel gezegd: ‘het lijkt alsof mijn partner/mijn vader een ander karakter heeft gekregen ten opzichte van vroeger’.
Al deze reacties zijn een gevolg van de beschadiging die in de hersenen is ontstaan en/of doordat het leven ineens op de kop kan staan.