Over een intracerebrale bloeding
Bij een intracerebrale bloeding bevindt zich bloed in het hersenweefsel. Je wordt met spoed opgenomen voor de behandeling van de gevolgen van deze bloeding. lees meerOver een intracerebrale bloeding
Bij een intracerebrale bloeding bevindt zich bloed in het hersenweefsel. Je wordt met spoed opgenomen voor de behandeling van de gevolgen van de bloeding
Symptomen van een intracerebrale bloeding zijn: acute ernstige hoofdpijn, misselijkheid, neurologische uitvalsverschijnselen en bewustzijnsdaling of bewustzijnsverlies.
Het verloop en de prognose van de bloeding zijn erg afhankelijk van de oorzaak en de ernst.
Oorzaken
Een intracerebrale bloeding op jonge leeftijd kan verschillende oorzaken hebben, zoals hoge bloeddruk (hypertensie), vaatafwijkingen of een hersentumor.
Aandoeningen van de hersenvaten die het meest op jonge leeftijd een intracerebrale bloeding veroorzaken zijn:
Opname in het ziekenhuis
Het is noodzakelijk dat je na een intracerebrale bloeding spoedeisende hulp krijgt en in een ziekenhuis komt waar de gevolgen van de bloeding kunnen worden behandeld. lees meerOpname in het ziekenhuis
-
Als je in het ziekenhuis wordt opgenomen, omdat de artsen denken dat je een hersenbloeding hebt, dan wordt er een CT-scan (Computer Tomografie) van de hersenen gemaakt. Hierdoor kan de arts zien welk soort hersenbloeding je hebt gehad. De bloedvaten kunnen in de CT-scan in beeld worden gebracht door via het infuus in je arm contrastvloeistof te geven, zodat de arts een eventuele vaatafwijking op kan sporen. Een oorzaak wordt vaak niet gevonden op een CT-scan van de hersenvaten.
Als er twijfel bestaat over de oorzaak van de bloeding kan het team van vaatspecialisten besluiten om verder onderzoek te doen. Dit wordt gedaan door middel van een vaatonderzoek (angiografie). -
Op de afdeling Intensive Care, medium Care of Stroke unit word je opgenomen als nauwkeurige bewaking en ondersteuning van belangrijke lichaamsfuncties noodzakelijk is. Denk bijvoorbeeld aan beademing, bloeddrukondersteuning, observatie van de druk in je hoofd of het hartritme. Als je situatie het toelaat en je niet continue bewaking of ondersteuning van lichaamsfuncties nodig hebt, word je overgeplaatst naar de verpleegafdeling.
-
Als de situatie het toelaat word je opgenomen op de verpleegafdeling. Je verblijft over het algemeen op een eenpersoonskamer. Je wordt regelmatig gecontroleerd en je lichaamsfuncties worden in de gaten gehouden. Er wordt zoveel mogelijk rust en veiligheid geboden. Naarmate je situatie rustiger wordt, brengt het behandelteam op de verpleegafdeling in kaart welke problemen er nog bestaan na de bloeding en bespreken we met jou en jouw naasten hoe en waar je het beste verder kunt herstellen van de bloeding.
Je wordt verzorgd en geobserveerd door een speciaal opgeleide verpleegkundige. Deze verpleegkundige is verantwoordelijk voor de observatie en zorg, en voor de coördinatie van de zorg.
Voor de medische behandeling is 24 uur per dag een arts beschikbaar, onder supervisie van een medisch specialist van de afdeling. Dagelijks hebben de medisch specialist en de arts van de afdeling contact over je behandeling en het beleid. Iedere ochtend krijg je bezoek van de arts tijdens de visiteronde op de afdeling en bekijkt hij of zij samen met jou en de verpleegkundige hoe het met je behandeling gaat. Je hoort tijdens de visite uitslagen van onderzoeken. Als er nieuwe onderzoeken gepland worden, geeft de verpleegkundige je mondelinge en schriftelijke informatie. Als je er behoefte aan hebt, kan er een aanvullend gesprek gepland worden met de arts.
-
De gevolgen van de ICB kunnen verschillend zijn. Er kan sprake zijn van een halfzijdige verlamming, slik- en spraakproblemen en problemen in het denkvermogen (cognitieve moeilijkheden). Daarom ontmoet je op de verschillende afdelingen ook therapeuten die de gevolgen van de ICB voor je algemene functioneren in kaart brengen en behandelen.
Het behandelteam bestaat uit verschillende professionals. Zij hebben onderling overleg met elkaar. Er wordt naar gestreefd dat je zoveel mogelijk door dezelfde mensen wordt begeleid tijdens de opname.
Het behandelteam bestaat uit:- Behandelend neurochirurg/neuro-interventie specialist: arts die de behandeling uitvoert.
- Afdelingsarts: is van maandag tot vrijdag van 9.00-17.00 uur op de IC, MC of verpleegafdeling aanwezig. Hij of zij is verantwoordelijk voor de uitvoering en continuïteit van de dagelijkse medische zorg. Er is op de verpleegafdeling 24 uur per dag een arts beschikbaar.
- Intensivist: arts die je behandelt op de Intensive Care. Deze is 24 uur per dag aanwezig.
- Verpleegkundige: is verantwoordelijk voor de coördinatie van zorg, observeert je, helpt je bij de dagelijkse verzorging, dient medicijnen toe en voert in opdracht van de arts handelingen uit.
- Verpleegkundig specialist: zij bewaakt de continuïteit, denkt mee over je hersteltraject, is je contactpersoon en doet poliklinische controles. Tijdens deze controles brengt hij of zij je klachten in kaart, bespreekt de invloed van de klachten op je dagelijkse bezigheden en verwijst je eventueel door naar de juiste professional.
- Revalidatiearts: coördineert de zorg van meebehandelende therapeuten zoals logopedie, fysiotherapie en ergotherapie en geeft advies over je hersteltraject.
- Fysiotherapeut: behandelt problemen op het gebied van bewegen, ademen, ophoesten of bij het opbouwen van je conditie.
- Logopedist: behandelt problemen bij het slikken of spreken. Je wordt ook behandeld door de logopedist wanneer je een buisje hebt om door te ademen (tracheacanule).
- Ergotherapeut: brengt problemen bij het dagelijks functioneren in kaart en kan zo nodig zorgen voor aangepaste hulpmiddelen (bijvoorbeeld rolstoel).
- Diëtiste: geeft advies bij problemen met voeding of de voedingstoestand.
- Maatschappelijk werker: biedt ondersteuning wanneer er problemen zijn op sociaal of maatschappelijk gebied, denk hierbij aan problemen die ontstaan door wilsonbekwaamheid of mogelijk financiële gevolgen van de aandoening.
- Pastoraal medewerker: kan jou en je naasten ondersteunen bij vraagstukken ten aanzien van zingeving.
- Transferpunt Zorg: regelt de thuiszorg, hulpmiddelen of verblijf in verpleeghuis na de ziekenhuisopname.
-
Je kunt door een ICB verward en onrustig worden en dat kan onveilige situaties tot gevolg hebben. Om de veiligheid te waarborgen is het soms noodzakelijk om stoffen pols-, enkel- en buikbanden te gebruiken. Deze maatregelen worden over het algemeen niet als prettig ervaren. Als deze maatregelen noodzakelijk zijn, bespreken we dit met jou en je contactpersoon.
-
Alle patiënten krijgen na een ICB standaard een aantal medicijnen zoals pijnstillers, medicatie die de doorbloeding van de hersenen bevordert en medicatie ter bevordering van de stoelgang. Thuismedicatie zoals bloedverdunners en bloeddrukverlagers worden meestal gestopt. Andere medicatie kun je gewoon blijven gebruiken.
Behandeling
Als je door de hersenbloeding een verhoogde hersendruk hebt, dan overweegt de arts om door de schedel heen een drain en een drukmeter in een hersenkamer te plaatsen. Als de bloeding veel ruimte inneemt en de hersenen worden weggedrukt, dan kan de bloeding operatief verwijderd worden. lees meerBehandeling
Als je door de hersenbloeding een verhoogde hersendruk hebt, dan overweegt de arts om door de schedel heen een drain en een drukmeter in een hersenkamer te plaatsen. Het hersenvocht kan hierdoor aflopen en de druk in de hersenen wordt verlaagd. Ook kan de hersendruk worden gemeten. Je wordt opgenomen op de Intensive Care Unit, de Medium Care Unit of Stroke unit.Als de bloeding veel ruimte inneemt en de hersenen worden weggedrukt, dan kan de arts overwegen om de bloeding operatief te verwijderen. Als er extreme zwelling van de hersenen ontstaat, kan een deel van de schedel worden verwijderd om de periode van hersenzwelling te overbruggen. Het ontbrekende deel van de schedel kan na 3 maanden weer terug worden geplaatst als je voldoende bent hersteld. In de herstelperiode krijg je een helm aangemeten om de hersenen te beschermen.
De intensivist en de neurochirurg bespreken het behandelplan met je contactpersoon
Complicaties
Complicaties na een intracerebrale bloeding kunnen erg verschillend zijn en zijn afhankelijk van de grootte en de locatie van de bloeding. We geven uitleg over de meest voorkomende complicaties. lees meerComplicaties
-
Een waterhoofd is de ophoping van het hersenvocht in de hersenkamers (ventrikels), ook wel hydrocephalus genoemd. Een waterhoofd kan acuut ontstaan als door de bloeding de doorgang tussen de hersenkamers wordt dichtgeduwd en het hersenvocht niet meer weg kan. Ook kan het geleidelijk ontstaan als de relatief grote bloedcellen de afvoer van het waterdunne hersenvocht tegenhouden. Het “afvoerputje” raakt dan als het ware verstopt, waardoor de druk in de hersenen oploopt. Door de hoge druk in de hersenen wordt de patiënt steeds suffer, er kan een dwangstand van de ogen omlaag ontstaan of nauwe en niet-reagerende pupillen. Meestal is er sprake zijn van toenemende hoofdpijn, misselijkheid en overgeven.
In dat geval is hersenvochtdrainage nodig. Hier lees je meer over onder het kopje hersenvochtdrainage. -
De hersenen en het ruggenmerg worden omgeven door hersenvocht (liquor). Hersenvocht heeft verschillende belangrijke functies, namelijk:
- Bescherming van de hersenen. De hersenen worden omringd door het hersenvocht en kunnen daardoor niet tegen de schedel aankomen. Ook beschermt het hersenvocht ons tegen opname van giftige stoffen in het bloed.
- Het doorgeven van informatie vanuit de hersenen aan andere cellen in ons lichaam.
Waarom een drain?
Als de circulatie van het hersenvocht niet goed verloopt, gaat het vocht zich ophopen in de hersenen. Ophoping van hersenvocht zorgt voor verhoging van de druk in de hersenen. Dit kan de werking van de hersenen verstoren en de hersenen beschadigen. Bij ophoping van hersenvocht moet de arts iets doen om de schade zoveel mogelijk te beperken.De behandeling
Externe ventrikel drain
Een externe ventrikel drain (EVD) is een dunne slang (drain) die operatief via je schedel in de hersenkamer (ventrikel) geplaatst wordt. Tijdens de operatie maakt de arts een kleine snee in je huid. In het schedelbot wordt een gaatje van ongeveer 1 cm doorsnede gemaakt. Vervolgens wordt er een stukje van de drainslang in de hersenkamer (ventrikel) gebracht. Daarna wordt de huid gesloten en de drainslang vastgemaakt door middel van een hechting of pleister.
Omdat het opvangsysteem van de drainslag aan je bed wordt bevestigd heb je bedrust. De arts bepaalt de hoogte waarop het opvangsysteem bevestigd wordt.
Externe lumbaal drainage
Als de ophoping van vocht zich gedurende de dagen na de bloeding voordoet, kan de drainage van het hersenvocht onder in de rug gedaan worden. Daar wordt het harde hersenvlies aangeprikt door middel van een ruggenprik en wordt een slangetje achtergelaten. Dit heeft als voordeel dat het minder kwetsbaar is.
Ventriculo Peritoneale drain (VP-drain)
Als tijdens de opname de ophoping van hersenvocht voor langere duur een probleem blijft, dan is een Ventriculo Peritoneale drain (VP-drain) een optie. Deze drain helpt om het hersenvocht af te voeren. De drain is een slangetje dat de arts in de hersenkamer inbrengt. Vanaf hier loopt de drain inwendig naar je buik, waar hij opgerold ligt. De drain heeft een drukregelklepje. Dit klepje zit onder de hoofdhuid en is voelbaar boven het rechteroor. Het zorgt ervoor dat hersenvocht via de drain naar de buik wordt afgevoerd als de druk in het hoofd te hoog wordt. Als de druk in je hoofd weer normaal is, stopt de afvoer van hersenvocht.
De plaatsing van deze drain gebeurt tijdens een operatie. Het is een vrij eenvoudige ingreep. De arts boort een gaatje aan de rechterkant van de schedel. Via dit gaatje brengt hij of zij de drain in de hersenkamer en schuift dit onderhuids door naar de buikholte. De operatie duurt ongeveer 1 uur.
Complicaties
Bij elke operatieve ingreep bestaat een risico op complicaties. De meest voorkomende complicatie bij een VP drain is een infectie, of het onvoldoende functioneren van de drain. Je behandelend arts bespreekt de mogelijke complicaties van deze operatie met je.
-
Een delier komt vaak voor na een hersenbloeding. Het is een toestand van verwardheid die gepaard gaat met hallucinaties of niet-realistische denkbeelden, vaak met onrust en angst, maar soms juist met apathisch en stil gedrag. Kenmerkende symptomen van een delier zijn het wisselende bewustzijn en verergering van de symptomen in de loop van de avond en nacht. Een delier na een hersenbloeding kan veroorzaakt worden door de bloeding, een infectie of ontregeling van de stofwisseling.
-
Als het hersenvocht wordt gedraineerd via een externe drain bestaat het risico op een bacteriële hersenvliesontsteking. Ook treden bij een urinekatheter snel urineweginfecties op en is langdurig op bed liggen aan de beademing een risico voor het krijgen van een longinfectie. Bij een langere ziekenhuisopname is de weerstand verlaagd en nemen de risico’s op een infectie toe. Als er tekenen zijn van een infectie, bijvoorbeeld door koorts of verhoogde ontstekingswaarden in het bloed, dan worden er kweken afgenomen om de oorzaak van de infectie te achterhalen en om de bacterie te identificeren, zodat we je met de juiste antibiotica kunnen behandelen. Dit gebeurt in overleg met de medisch microbioloog.
Koorts na een hersenbloeding komt ook vaak voor zonder dat een bacterie de oorzaak is. We denken dat dit optreedt omdat in de hersenen de regulatie van de lichaamstemperatuur ontregeld is.
-
Na een intracerebrale bloeding kunnen verschillende hartritmestoornissen voorkomen, dit herstelt meestal vanzelf. Een hart dat al wat moeite had om de pompfunctie vol te houden, kan na een hersenbloeding moeite hebben om de extra hoeveelheid vocht die wordt toegediend te verwerken. Zo kan hartfalen ontstaan. Hierdoor of door de bloeding kan een vochtophoping in de longen ontstaan waardoor het ademen, of het van de beademing af komen, moeilijker wordt.
Door het stil liggen in bed kan trombose ontstaan. Als dit losschiet ontstaat een bloedstolsel dat in de longen terecht kan komen. Dit veroorzaakt acute verslechtering en kortademigheid.
Om bovenstaande problemen te voorkomen worden bij bedrust voorzorgsmaatregelen genomen: zoals pneumatische kousen, fietsen in bed, mobiliseren in bed of in de stoel zitten zodra dit kan.
Ontslag uit het ziekenhuis
In de loop van de opname op de verpleegafdeling neemt de medisch- technische behandeling door de neurochirurg langzaam af. Je verblijf komt meer in het teken te staan van revalideren. lees meerOntslag uit het ziekenhuis
In de loop van de opname op de verpleegafdeling neemt de medisch- technische behandeling door de neurochirurg langzaam af. Je verblijf komt meer in het teken te staan van revalideren.
Gedurende het herstel krijgt je advies van je behandelteam over waar je het beste verder kunt herstellen na de ziekenhuisopname.
Ontslag naar huis
Als het dagelijkse functioneren weer zelfstandig en veilig lukt, dan mag je met ontslag naar huis. Op het afgesproken tijdstip kan je familie of naaste je ophalen. Als je thuis nog therapie nodig hebt, dan word je verwezen naar een praktijk voor bijvoorbeeld fysiotherapie of ergotherapie. Als je zorg nodig hebt, vult de verpleegkundige een aanvraag in voor de thuiszorg. Een deskundige van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) geeft je een advies over de zorg die je thuis nodig hebt.Mogelijk merk je na enige tijd thuis dat je problemen houdt met vermoeidheid, prikkelverwerking, concentratie of geheugen. Tijdens de nazorggesprekken wordt dit besproken en word je eventueel alsnog verwezen voor dagbehandeling in een revalidatiecentrum.
-
Revalidatie binnen een revalidatiecentrum
Voor revalidatie binnen een revalidatie centrum (Medisch Specialistische Revalidatie) moet er sprake zijn van voldoende belastbaarheid en er moet uitzicht zijn op een toekomstig ontslag naar de thuissituatie. Als hiervoor wordt gekozen, meldt de revalidatiearts je aan voor deze vorm van revalidatie. Na het afronden van de neurochirurgische behandeling kan het zijn dat je in de wachttijd, ter overbrugging wordt overgeplaatst naar het regionale ziekenhuis waar je aanvankelijk werd opgevangen.
Revalidatie binnen het verpleeghuis
Als je belastbaarheid zodanig is beperkt dat er nog veel rust nodig is tussen de therapieën door en er wel uitzicht is op een toekomstig ontslag naar de thuissituatie, dan kan gekozen worden voor de Geriatrische Revalidatie Zorg (GRZ) binnen een verpleeghuis. Na het afronden van de neurochirurgische behandeling kan het zijn dat je in de wachttijd, ter overbrugging wordt overgeplaatst naar het regionale ziekenhuis waar je aanvankelijk werd opgevangen. Het Transferpunt Zorg ondersteunt bij het maken van een keuze uit de verpleeghuizen waar GRZ mogelijk is en zorgt voor de aanmelding.
Revalidatie voor langere duur in een verpleeghuis
Als er nog veel ondersteuning nodig is bij de dagelijkse activiteiten en het onzeker is of ontslag naar de thuissituatie nog binnen de mogelijkheden valt, dan is een langdurig verblijf met revalidatie in een verpleeghuis een optie (indicatie 9b). Er is langere tijd beschikbaar om te herstellen en mocht het kunnen, dan is ontslag naar de thuissituatie mogelijk. Na het afronden van de neurochirurgische behandeling kan het zijn dat je in de wachttijd, ter overbrugging wordt overgeplaatst naar het regionale ziekenhuis waar je aanvankelijk werd opgevangen. Het Transferpunt Zorg ondersteunt bij het maken van een keuze uit de verpleeghuizen waar verblijf binnen indicatie 9b mogelijk is.
Vroege Intensieve neurorevalidatie (VIN)
VIN is een intensief revalidatieprogramma voor patiënten die ernstig hersenletsel hebben opgelopen en daardoor in een toestand van verminderd bewustzijn verkeren. Het VIN programma kan een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel van het bewustzijn. Er zijn slechts enkele centra in Nederland waar dit programma wordt toegepast. In zuid-Nederland is dit Libranet, locatie Leijpark in Tilburg. De indicatiestelling gebeurt door de revalidatieartsen van de instelling.
Langdurig verblijf in een verpleeghuis
Als de zelfzorg grotendeels wordt overgenomen en je artsen verwachten dat je niet voldoende zult herstellen om terug te keren naar huis, dan kun je langdurig opgenomen worden in een verpleeghuis. Bij jongere patiënten met een hersenbloeding komt dit zelden voor. Na het afronden van de neurochirurgische behandeling kan het zijn dat je in de wachttijd, ter overbrugging wordt overgeplaatst naar het regionale ziekenhuis waar je aanvankelijk werd opgevangen. Het Transferpunt Zorg ondersteunt bij het maken van een keuze uit de verpleeghuizen waar langdurig verblijf mogelijk is.
Meer informatie
Lees meer over revalidatie in een verpleeghuis en zorg en revalidatie na coma op de website van Expertisenetwerk ernstig niet-aangeboren hersenletsel na coma.
-
Als je met ontslag gaat en je hebt geen verpleegkundige zorg nodig tijdens de reis, dan mag je door je naasten worden opgehaald van de verpleegafdeling.
Als je overgeplaatst wordt naar een andere instelling en je verpleegkundige zorg nodig hebt tijdens de reis, dan regelt de verpleegkundige van de afdeling het vervoer per ambulance.
De verpleegkundige geeft de medische en verpleegkundige overdracht mee aan de ambulanceverpleegkundige. Je huisarts krijgt een brief waarin vermeld staat welke behandeling je hebt gehad.
Adviezen na ontslag
Er zijn geen strikte beperkingen voor wat je mag doen na ontslag uit het ziekenhuis, maar je zult merken dat je niet alles weer meteen kunt oppakken zonder verergering van klachten. lees meerLeven na een intracerebrale bloeding
Na een intracerebrale bloeding is er een aantal zaken waar je rekening mee moet houden. lees meerLeven na een intracerebrale bloeding
Mogelijk blijf je voor anderen onzichtbare klachten houden. Veelvoorkomende voorbeelden hiervan zijn: (mentale) vermoeid, problemen met het verwerken van prikkels, concentratieproblemen, vergeetachtigheid en hoofdpijn. Dit kan een behoorlijke beperking zijn voor het oppakken van je dagelijks leven.
-
Na het herstel van een intracerebrale bloeding zijn er geen speciale beperkingen of leefregels. Vaak ontstaan vragen over zware fysieke arbeid, persen, vliegen, saunabezoek, achtbaan of seksuele activiteit. Er zijn geen wetenschappelijke aanwijzingen dat deze activiteiten een verhoogd risico geven op een nieuwe bloeding. Wel kunnen bestaande klachten uiteraard toenemen door deze activiteiten. Het advies is dat alle activiteiten weer opgepakt mogen worden zolang dit kan zonder klachten.
-
Een intracerebrale bloeding heeft een grote impact op je dagelijks leven, niet alleen voor jou maar ook voor je partner en familieleden. Het kan zijn dat je je na ontslag een periode van je opname niet meer kunt herinneren. Veruit de meeste mensen houden blijvend last van klachten na de bloeding. De meest voorkomende klachten na een half jaar zijn:
- vermoeidheid
- hoofdpijn of druk op het hoofd
- veranderingen in stemming (angst, snel boos, depressie, stress)
- problemen met geheugen
- problemen met concentratie
- trager handelen en denken
- verminderde of afwezige smaak en reuk
- minder goed gehoor
- minder goed kunnen zien
De nazorg is per behandelcentrum in Nederland verschillend ingericht. -
Roken
Roken is een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van een intracerebrale bloeding. Bij aanwezigheid van psychische klachten, zoals depressie, stress of angst, kan het extra moeilijk zijn om te stoppen met roken of om dit vol te houden. Het is van belang dat je professionele begeleiding zoekt bij je huisarts of praktijkondersteuner als je het moeilijk vindt om te stoppen met roken. Ook is bekend dat de kans van slagen om te stoppen met roken vele malen groter is als gezinsleden uit solidariteit en voor hun eigen gezondheid ook stoppen met roken.Bloeddruk
Een andere belangrijke risicofactor op het krijgen van een intracerebrale bloeding is een te hoge bloeddruk. Laat je bloeddruk regelmatig controleren bij de huisarts en behandelen met medicatie als deze te hoog is. Symptomen van een hoge bloeddruk kunnen zijn: hoofdpijn, hartkloppingen of oorsuizen. Het kan ook bij toeval worden ontdekt. Hoge bloeddruk komt vaker voor bij mensen met stress, overgewicht, mensen die roken, veel zoute voeding of een familiaire belasting hebben. Ook komt het voor bij nierproblemen.
Naast de medicatie is het belangrijk om je leefstijl aan te passen. Raadpleeg je huisarts of praktijkondersteuner voor adviezen en begeleiding bij deze leefstijlwijzigingen. -
Er zijn geen beperkende adviezen voor zwangerschap na een intracerebrale bloeding.
-
Na een intracerebrale bloeding geldt een rijontzegging van 6 maanden. Als er na deze periode sprake is van restsymptomen die invloed hebben op de rijvaardigheid, dan is een specialistisch rapport van je specialist nodig. Het CBR kan op basis van dit rapport besluiten of er aanvullend een onafhankelijke medische keuring of een rijtest noodzakelijk is. Je medisch specialist schrijft het specialistisch rapport aanvullend op de gezondheidsverklaring van het CBR.
Voor epilepsie als gevolg van een intracerebrale bloeding geldt dat je geschikt kan worden verklaard voor een bepaalde termijn na afloop van een aanvalsvrije periode. De duur van de aanvalsvrije periode is afhankelijk van verschillende factoren. Overleg met je specialist wat voor jou van toepassing is.
Revalidatie gericht op het verbeteren van klachten en beperkingen
Door hersenletsel kunnen veel verschillende klachten ontstaan, zoals krachtsverlies, geheugenproblemen, moeite met spreken of spasticiteit. Revalidatie is gericht op het verminderen van de klachten en problemen om weer zo goed mogelijk te kunnen functioneren. lees meerRevalidatie gericht op het verbeteren van klachten en beperkingen
Door hersenletsel kunnen veel verschillende klachten ontstaan, zoals krachtsverlies, geheugenproblemen, moeite met spreken of spasticiteit. Revalidatie is gericht op het verminderen van de klachten en problemen om weer zo goed mogelijk te kunnen functioneren. Afhankelijk van de klachten en hoe iemand daardoor beperkt wordt in zijn dagelijkse bezigheden, worden verschillende therapieën ingezet. Bijvoorbeeld fysiotherapie voor problemen met lopen en ergotherapie als de zelfzorg moeilijk gaat.Dit kan soms in de eerst lijn, dat wil zeggen bij een therapeut in de buurt. Als er op meer gebieden problemen zijn, is meestal een behandeling door een revalidatieteam onder leiding van een revalidatiearts nodig. Je kunt dan opgenomen worden in een revalidatiecentrum of vanuit huis een dagbehandelprogramma in een revalidatiecentrum volgen.
De revalidatiearts kan spasticiteit behandelen met medicijnen of injecties. Spraak- en taalproblemen worden behandeld door een logopedist. Cognitieve- en stemmingsproblemen worden onderzocht en behandeld door een neuropsycholoog. Vaak besteedt het revalidatieteam na een beroerte op jonge leeftijd ook aandacht aan werkhervatting.
Revalidatie in een latere fase
Soms worden problemen door het hersenletsel pas na langere tijd duidelijk. Ook dan kan de huisarts, neuroloog, neurochirurg of verpleegkundig specialist je doorverwijzen voor behandeling door een therapeut in de buurt, behandelprogramma Hersenz of naar een revalidatiearts. Problemen die pas na langere tijd duidelijk worden, bestaan vaak uit gedragsveranderingen en cognitieve problemen, zoals moeite met geheugen, plannen of dubbeltaken en traagheid in het denken. Hier is vaak een specialistische revalidatiebehandeling voor nodig.Nazorg
In Nederland is nazorg per ziekenhuis anders geregeld. In veel ziekenhuizen gebeurt dit op de zogenaamde nazorgpolikliniek, maar het kan ook geregeld zijn via een thuiszorgorganisatie of met de revalidatie. Vaak zijn hier regionale afspraken over gemaakt. Je kunt hiervoor terecht bij je behandelaar.In de meeste behandelcentra krijg je na de opname een afspraak met een verpleegkundig specialist of gespecialiseerd verpleegkundige van de nazorg polikliniek. Hij of zij bespreekt de vragen en problemen die zijn ontstaan na de bloeding. Bijvoorbeeld problemen met geheugen, aandacht, concentratie en vermoeidheid, bijwerkingen van medicatie of nieuwe klachten. In de regel is deze persoon ook bereikbaar voor vragen. Hij of zij kan adviezen geven of je doorverwijzen naar een instantie die je hierbij kan ondersteunen. Daarnaast besteedt hij of zij aandacht aan de aanwezigheid van risicofactoren op het krijgen hersenbloeding zoals hoge bloeddruk, roken en overgewicht.