Hersen­aneurysma

Onderzoek en diagnose

Als blijkt dat je een hersenaneurysma hebt, word je verwezen naar de neuroloog of neurochirurg gespecialiseerd in hersenvaten. De arts maakt een inschatting van het risico dat het aneurysma gaat bloeden en weegt dit af tegen het behandelrisico. Als een behandeling wordt overwogen, wordt een onderzoek ingepland om het aneurysma goed in kaart te brengen met een vaatonderzoek (angiografie).
De behandelend arts overweegt op basis van dit onderzoek een behandelplan. Dit gebeurt in overleg met neurologen en radiologen gespecialiseerd in hersenvaten. Als het nodig is, overleggen zij en werken zij samen met binnenlandse en buitenlandse collega’s. Het advies over de behandeling bespreken we met jou op de polikliniek. Jouw behandelwens speelt hierbij een belangrijke rol.

Angiografie

Leven met een hersen­aneurysma

• Dagelijkse activiteiten

  Als een hersenaneurysma ontdekt wordt, ontstaat er vaak onzekerheid over activiteiten waarbij de druk op het hoofd verhoogd wordt. Denk bijvoorbeeld aan vliegen, duiken, in de achtbaan, persen, naar de sauna gaan of seks hebben. Er zijn geen wetenschappelijk aanwijzingen dat deze activiteiten het risico op een bloeding uit een aneurysma vergroten. Deze activiteiten mogen daarom gewoon uitgevoerd worden.
   

• Zwangerschap

  Er zijn geen wetenschappelijke aanwijzingen dat je met een hersenaneurysma meer risico loopt op een bloeding tijdens een zwangerschap of tijdens de bevalling.
   

• Erfelijkheid

  Een hersenaneurysma is niet erfelijk, maar komt wel bij een aantal erfelijke syndromen voor zoals het Marfan-syndroom, het Ehlers-Danlos-syndroom (EDS), en het Loeys-Dietz-syndroom (LDS). Ook is het bekend dat bij een erfelijke vorm van cysten in de nieren (Autosomaal Dominante Polycysteuze Kidney Disease (ADPKD)) het risico  hoger is op een hersenaneurysma.
  Als je arts vermoedt dat je een aneurysma hebt bij een erfelijk syndroom, word je verwezen naar een klinisch geneticus om dit te onderzoeken en om jou en jouw familie te adviseren over screening.
   

• Autorijden

  Er zijn wettelijke eisen voor de geschiktheid van het besturen van motorvoertuigen volgens de “regeling eisen rijgeschiktheid” van de gezondheidinspectie. Het CBR ziet toe op de naleving hiervan. 
  Voor een aneurysma dat niet heeft gebloed en zonder symptomen die invloed hebben op je rijvaardigheid gelden geen beperkingen voor het gebruik van motorvoertuigen.
  Er wordt een uitzondering gemaakt voor personen met groep 2 rijbewijzen met een toevallig ontdekte aneurysma groter dan 10 mm. In dit geval is er specialistisch rapport vereist, aanvullend op de  gezondheidsverklaring. De maximale geschiktheidstermijn is 3 jaar.
  Als de symptomen van een hersenaneurysma wel invloed hebben op je rijvaardigheid, dan heb je een specialistisch rapport nodig. Het CBR kan op basis van dit rapport besluiten of er aanvullend een onafhankelijke medische keuring of een rijtest nodig is. Je medisch specialist schrijft het specialistisch rapport aanvullend op de gezondheidsverklaring van het CBR.

• Leefstijladviezen

  Het is bekend dat hoge bloeddruk en roken het risico op hersenaneurysma’s en een aneurysmabloeding vergroten. Als bij jou een hersenaneurysma is ontdekt, dan wordt geadviseerd om te stoppen met roken en om je bloeddruk regelmatig te laten controleren. Je kunt hiervoor bij je huisarts terecht.